De allemansvriend - Arjan Visser

Amusante mix van autobiografische feiten en fictie
Aangever van middelmatige clowns
Hij schrijft als journalist al meer dan 25 jaar de interviewreeks De tien geboden die regelmatig in dagblad Trouw verschijnt. Daarnaast publiceerde Arjan Visser als fictieschrijver een aantal romans. In zijn nieuwe roman De allemansvriend combineert hij nu op onnavolgbare wijze beide ambachten. Het is een verhaal waarin vrijwel alle geboden met voeten getreden worden, maar tegelijk ook een ironische beschouwing op zichzelf als journalist. En op de vraag waarom hij toch zo nodig schrijver wil zijn.
Over de auteur
Arjan Visser (1961) schrijft sinds 1998 de interviewreeks De Tien Geboden voor Trouw waarin hij de geïnterviewde aan de hand van de tien geboden uit de bijbel uithoort over zijn of haar leven en ideeën. In 2002 debuteerde hij als fictieschrijver met de roman De laatste dagen, waarmee hij de Anton Wachterprijs en de Geertjan Lubberhuizenprijs won. Sindsdien volgden nog vier zeer wisselend ontvangen romans en verscheen een groot aantal bundelingen van zijn interviewreeks.
Twijfel
Al meer dan 625 afleveringen schreef Visser voor zijn inmiddels beroemde interviewreeks en hij sprak met de groten der aarde. En toch is er altijd de twijfel, het gevoel van een gebrek aan erkenning. Noem het een vorm van ijdelheid. En daar hebben we dan meteen het thema van deze half-autobiografische roman te pakken: diezelfde tien geboden die al een kwart eeuw zijn voornaamste broodwinning zijn. Want naast ijdelheid komen ook al die andere geboden en zonden in deze roman aan bod.
Doodverklaard
Het verhaal rust op twee pijlers: enerzijds het fictieve verhaal van de broers Kaptein, Jack en William, van wie de oudste verdwenen en inmiddels doodverklaard is en de jongste daardoor CEO van hun internationale vastgoedbedrijf geworden is. Die moet nu dus geïnterviewd worden door… jawel hoor, door de man die al honderden afleveringen schreef van de interviewreeks De Tien Geboden. Zie daar de tweede, niet-fictieve pijler. Want deze constructie biedt Visser volop de kans om al zijn frustraties over het bestaan als freelancejournalist breed uit te meten. Vol zelfspot, dat zeker, en ontzettend amusant. Maar toch met een constant zacht hoorbare ondertoon van spijt. Een schrijver is in zijn ogen meer, beter dan een interviewer. Een schrijver vaart op eigen kracht, een journalist gaat gewoon een tijdje mee aan boord.
Christelijk kompas
Het (fictieve) interview met de man die door de veronderstelde dood van zijn broer topman in het bedrijf geworden is, levert een verhaal op over een man die naar eigen zeggen immer vaart op zijn door en door christelijk kompas, die gelukkig getrouwd is en een lief dochtertje heeft en die de wereld alleen maar goeds toewenst.
Verdwenen broer
Maar dan wordt de interviewer benaderd door iemand die zegt namens de verdwenen broer te spreken. Deze Jack is helemaal niet dood en wil nu dolgraag zelf een interview geven. Voorwaarde: de journalist moet klakkeloos alles wat Jack zegt publiceren, zonder feiten te checken of hoor en wederhoor toe te passen. En om dat voor elkaar te krijgen, zal Jack de journalist die door zijn freelance bestaan eeuwig in financiële onzekerheid verkeert, een astronomisch bedrag betalen. De interviewer gaat akkoord, het interview wordt een meedogenloze afrekening met de christelijke broer. Waarna, zoals te verwachten valt, zaken faliekant uit de hand beginnen te lopen.
Intrigerend
En hoe intrigerend dat verhaal ook uitpakt, toch is dat, in elk geval voor mij, niet het boeiendste deel van het boek. Veel uitdagender is de wijze waarop Visser over zijn eigen, niet-fictieve activiteiten schrijft. Hij citeert uit eerder gehouden interviews, vertelt achtergronden bij de verhalen, zet sommige van de door hem geïnterviewden vlijmscherp en hier en daar zelfs behoorlijk meedogenloos neer. En telkens vraag je je als lezer af: is dit nou fictie of feit? Wat moet je geloven, wat niet.
Aangename verwarring
Het levert een aangename verwarring op. Ook het kijkje achter de schermen dat Visser biedt, is boeiend: het eeuwige handjeklap met geïnterviewden die glashard beweren dingen die op band zijn vastgelegd helemaal nooit gezegd te hebben, die uitspraken willen afzwakken of veranderen, die de tekst helemaal willen aanpassen, het levert een inzichtelijk kijkje op in het ambacht van een interviewer en je kunt helemaal meegaan in zijn uitspraak ‘dat ik er zo langzamerhand genoeg van begon te krijgen de aangever te moeten zijn van zoveel middelmatige clowns.’
Dubbelslag
Het is die dubbelslag: enerzijds het fictieve verhaal van twee broers die elkaar het licht in de ogen niet gunnen versus de feitelijke ontboezemingen van een man die al meer dan 25 bewijst tot de besten in zijn vak te behoren en die toch steeds twijfelt, die dit boek zijn charme biedt.
Sonja de Jong
Arjan Visser – De allemansvriend. Atlas Contact, ISBN 978 90 254 7245 0, 272 pagina’s, € 22,99, januari 2025.