Queen Esther - John Irving
Een joods weesmeisje en heel veel oude thema’s
Nieuwe roman van John Irving stelt teleur
Allerlei thema’s die John Irving in zijn vele romans aan de orde stelde keren terug in zijn nieuwe boek, Queen Esther. Maar op de een of andere manier lijkt de oude Irving zijn magie kwijt geraakt te zijn. Wat in De wereld volgens Garp en al die andere romans nog werkte, heeft nu meer weg van geforceerd bij elkaar geraapte flarden die op een onsamenhangende manier aan elkaar gebreid zin met saaie geschiedenislesjes ertussen.
Over de auteur
John Irving (1942) werd geboren in New Hampshire, een regio die in vrijwel al zijn werk een belangrijke rol bleef spelen. Hij debuteerde in 1968 met de roman De beren los, die echter weinig aandacht trok. Die aandacht kreeg hij pas met zijn vierde boek, De wereld volgens Garp in 1979. Van dit boek werden wereldwijd vele miljoenen exemplaren verkocht en er werd een film van gemaakt met Robin Williams als als hoofdrolspeler Garp die ook hoog scoorde in bezoekerscijfers. Daarna volgden bestsellers als Bidden wij voor Owen Meany, De regels van het ciderhuis en Weduwe voor een jaar.
Worstelen en alleenstaande moeders
Worstelen, vrouwen die ervoor kiezen kinderen te krijgen zonder partner en de daaruit voortvloeiende zoektocht van kinderen naar hun biologische vader, New Hampshire, het zijn allemaal thema’s die telkens terugkeren in zijn werk en die Irving ook dit keer weer verwerkt heeft. Maar waar dat in eerdere boeken een meeslepend verhaal opleverde, wil het in dit nieuwe boek niet werken. Hoe verder het verhaal in Queen Esther vordert, hoe stroever en geforceerder het wordt.
De ‘Queen Ester’ uit de titel speelt eigenlijk vooral op de achtergrond een rol, in de invloed die zij heeft op de mensen om haar heen. Centraal staat James Winslow (Irvings eigen, oorspronkelijke achternaam, voordat hij de naam van zijn tweede vader aannam – SdJ).
Weesmeisje
Het verhaal begint rond het jaar 1900 met het echtpaar Thomas en Constance Winslow. In het bekrompen stadje Pennacook waar zij wonen, zijn zij een constante prooi voor de roddel en achterklap waar men daar dol op is. Zij krijgen drie dochters, telkens met twee jaar ertussen in, die zij Faith, Hope en Prudence noemen (Geloof, Hoop en Wijsheid). Voor elk van hen halen de Winslows een weesmeisje uit een naburig weeshuis die zij als volwaardig gezinslid in huis nemen, een studie laten doen en tussendoor op de baby laten passen.
Wilbur Larch
Als zich tien jaar na de geboorte van Prudence opnieuw een baby aandient, gaan de Winslows opnieuw op zoek naar een weesmeisje en dit keer vinden ze haar in het weeshuis van de eigenzinnige dokter Wilbur Larch (inderdaad, de dokter die zo’n grote rol speelt in De regels van het ciderhuis uit 1985). Hij beveelt het echtpaar aan om de Joodse Esther in huis te nemen. Zij is als tweejarige met haar ouders vanuit Wenen naar Amerika geëmigreerd. Haar vader overleed al op de boot ernaartoe, haar moeder werd een jaar later vermoord door antisemieten. Een paar christelijke dames namen de kleuter in huis, maar toen ze merkten dat de inmiddels driejarige Esther zich zeer bewust was van haar joodse identiteit (zij kent dan al het hele boek Esther uit het Oude Testament uit haar hoofd) en niet van plan was zich te laten bekeren tot een braaf christelijk meisje, brachten zij haar naar het weeshuis. Inmiddels is Esther vijftien en zij ontpopt zich in de jaren erna als het ideale kindermeisje voor Honor, de vierde dochter.
Geen seks
Al jong, rond haar vijftiende, besluit Honor dat zij wel een kind wil, maar niets met seks of babies in haar buik te maken wil hebben. Zij vraagt Esther daarom om zwanger te worden en de baby na de geboorte aan haar te schenken. En zo gebeurt een aantal jaren later. Esther woont inmiddels in Wenen, heeft voor de bevruchting een aardige Joodse man uitgezocht met wie zij verder niets te maken wil hebben en zo wordt James Winslow geboren.
En eigenlijk had Irving hier beter kunnen stoppen. Want wat daarna nog volgt, doet sterk terugverlangen naar de Irving in zijn jongere jaren. Het verhaal neemt krankzinnige wendingen, net zoals dat in zijn eerdere werk gebeurde.
Opgewarmd
Maar waar Irving je in die eerdere romans behendig meesleepte in bizarre avonturen en soepele plotwendingen, doet het nu eerder aan als opgewarmde prak. Alsof de schrijver nog fragmenten had liggen die hij in eerdere boeken niet gebruikt had en die hij nu maar aan elkaar probeert te breien. Overal overbodige uitweidingen die er met de haren bij gesleept lijken te zijn, regelmatig afgewisseld met saaie geschiedenislesjes die overbodig zijn.
Zo nu en dan vang je even een glimp op van de oude Irving. Maar dat blijven uitzonderingen, tussen heel veel geforceerd aandoende pogingen. Jammer.
Sonja de Jong
John Irving – Queen Esther. Oorspronkelijk gepubliceerd in 2025 als Queen Esther bij Simon and Schuster, New York. Uit het Engels vertaald door Inge Pieters. De Arbeiderspers, ISBN 978 90 295 5487 9, 440 pagina’s, € 27,99, november 2025
