De zwevende wereld - Annejet van der Zijl

Groot Japankenner, maar ook olifant in de porseleinkast
Duoportret van Franz von Siebold en zijn Japanse dochter
Zijn verdiensten als groot Japankenner in de negentiende eeuw staan buiten kijf. Maar tegelijk was de Duitse, in dienst van de Nederlandse regering werkende arts Franz von Siebold ook een dwingeland, iemand die koste wat kost zijn zin wilde doordrijven en daarmee vooral zichzelf veel schade berokkende. Annejet van der Zijl schrijft zijn levensverhaal op in haar dubbelportret De zwevende wereld. Daarin besteedt zij ook ruime aandacht aan Von Siebolds Japanse dochter Oine.
Over de auteur
Annejet van der Zijl (Oterleek, 1962) is historica en schrijfster van vele non-fictieboeken met als bekendste Sonny Boy. Zij werkte aanvankelijk als journaliste voor HP/De Tijd waar ze verhalende reconstructies schreef en misdaadverslaggeefster was. In 1998 publiceerde zij haar eerste boek, Jagtlust. Een jaar later volgde haar biografie over Annie M.G. Schmidt. Haar boeken werden meermaals bekroond, onder meer met de Gouden Ganzenveer.
Vader en dochter
Het lijkt toeval te zijn, maar deze dagen verschijnen er maar liefst twee biografieën over Franz von Siebold. Arlette Kouwenhoven schreef Brandende ijver, Annejet van der Zijl komt met De zwevende wereld (een term die een rechtstreekse vertaling is van de Japanse term ukiyo-e, die staat voor beelden van de zwevende wereld en ten grondslag ligt aan de Japanse prentkunst, die niet zozeer de werkelijkheid, maar de essentie van dingen wil weergeven - SdJ). Van der Zijl betrekt in haar portret ook nadrukkelijk de Japanse dochter van Von Siebold, Oine.
Treurende moeder
De vroegste jaren van Von Siebold waren niet vrolijk te noemen. Nog geen jaar na zijn geboorte in 1797 overleed zijn vader en ook een zusje en broertje gingen dood. Franz groeide daardoor op, alleen met zijn treurende moeder Apollonia in het huis van een oom van moederskant, een priester. Hoewel zijn familie van vaderskant zich na de dood van vader Von Siebold niet veel meer aan Apollonia en haar zoon gelegen liet liggen, was het toch vanzelfsprekend dat Von Siebold in de voetsporen van zijn vader, grootvader en ooms van vaderskant zou treden en arts moest worden. Daarnaast had hij al van jongs af aan een immense liefde voor botaniseren ontwikkeld, het verzamelen en in kaart brengen van flora en fauna. Toen het jonge Koninkrijk der Nederlanden op zoek ging naar artsen om naar de koloniën in Azië te sturen om zorg te verlenen aan de Nederlanders daar, meldde Franz zich in 1823 aan. Lang bleef hij niet in Indonesië. Toen de plek van factorijarts op de Nederlandse handelspost Desjima in Japan vrijkwam, greep hij die kans met beide handen aan.
Afgegrendeld
Japan is op dat moment al tweehonderd jaar een volkomen van de rest van de wereld afgegrendeld land, waar buitenlanders niet welkom zijn. Alleen in de baai bij Nagasaki liggen als eilandjes een Chinese en een Hollandse handelspost, Desjima, met een poort die toegang biedt van en naar Nagasaki, maar die ’s avonds hermetisch op slot gaat. Alleen Japanse tolken en sekswerkers vanuit Nagasaki mogen op het eilandje komen. Zo leert Von Siebold de Japanse Sonogi kennen die naar het eiland komt om er haar seksuele diensten aan te bieden. Met immense tegenzin overigens, want Hollanders worden beschouwd als wellustige honden die bovendien gruwelijk stinken. Maar na verloop van tijd begint Sonogi toch sympathie op te vatten voor die witte man die al heel snel dolverliefd is op de Japanse. In 1825 krijgen zij een dochtertje.
Medische kennis
Von Siebold ondertussen voelt zich al snel volkomen thuis op Desjima. Na verloop van tijd mag hij het eiland ook regelmatig verlaten om zijn medische kennis door te geven aan Japanse artsen die door het eeuwenlange isolement nooit de kans hebben gekregen om kennis te nemen van ontwikkelingen in de medische wereld. Von Siebold onderwijst hen onder meer in verloskunde en staaroperaties. Daarnaast stort hij zich ook fanatiek op het verzamelen van de Japanse flora en fauna en bouwt zo in korte tijd een indrukwekkende collectie op. Alles wil hij van Japan weten. Maar dat wordt hem uiteindelijk fataal: hij weet van iemand plattegronden van het land te leen te krijgen en kopieert deze in het geheim. Dit wordt beschouwd als hoogverraad en spionage en Von Siebold wordt verbannen. Noodgedwongen moet hij in 1828 Japan en zijn Sonogi en hun inmiddels driejarige dochtertje verlaten.
Standaardwerk
Eenmaal terug in Europa stort hij zich op het schrijven van een standaardwerk over Japan in vele delen en op het samenstellen van boeken over de Japanse flora en fauna. Aan het Leidse Rapenburg richt hij een woning in met al zijn Japanse vondsten (nog altijd het Japanmuseum Sieboldhuis). Helaas wordt zijn enthousiasme niet door iedereen gedeeld. De Nederlandse regering stelt slechts zeer mondjesmaat geld beschikbaar voor zijn werk, de verkoop van zijn boeken valt tegen.
Hertrouwd
Aanvankelijk onderhoudt hij een intensieve correspondentie met Sonogi in Japan (hoewel post afhankelijk is van handelsschepen en altijd maandenlang onderweg is). Als Sonogi hem echter schrijft dat zij – min of meer gedwongen – getrouwd is met een Japanner, reageert hij gepikeerd niet langer. Zij blijft hem echter trouw schrijven en houdt hem op de hoogte van de ontwikkeling van hun dochtertje Oine. Dit meisje blijkt heel intelligent en gaat al jong geneeskunde studeren, iets wat ook in Japan destijds voor vrouwen heel ongewoon was.
Pas meer dan dertig jaar na zijn vertrek krijgt Von Siebold toestemming om terug te keren naar zijn geliefde Japan. Maar daar is veel veranderd. Het land is inmiddels geopend voor handelsbetrekkingen met de hele wereld en niemand zit nog op hem te wachten daar, temeer omdat hij de geneeskunde vaarwel gezegd heeft om aan zijn boeken te werken.
Huishouden
Meer en meer ontpopt hij zich als een irritante dwingeland: hij eist van zijn dochter, die inmiddels een gerenommeerd arts is geworden, dat zij bij hem in huis komt wonen en zijn huishouding leidt en financiert, hij wil niets meer met Sonogi te maken hebben en kan niet verkroppen dat de Japanners niet meer naar zijn adviezen luisteren. Als een olifant in de porseleinkast jaagt hij iedereen om hem heen in de gordijnen en uiteindelijk wordt hij wederom het land uitgezet. Als verbitterd man sterft hij in 1866 in Duitsland.
Glorietijd
Zijn dochter Oine beleefde in de jaren daarna daarentegen een glorietijd als arts in Japan en is daar nog altijd bijzonder populair. Er zijn films en theaterstukken gemaakt over haar (vaak sterk geromantiseerde) leven. Uitgebreid en meeslepend doet Van der Zijl haar verhaal. Doordat Japanners vaak in een nieuwe levensfase een andere naam aannemen, vraagt dit deel van het boek wel uiterste aandacht om niet het spoor bijster te raken tussen al die wisselende exotische namen, vooral als ook de kinderen en kleinkinderen van Oine aan bod komen. Ook de geschiedenis van Japan tot en met de Tweede Wereldoorlog behandelt Van der Zijl nog in vogelvlucht en de invloed die de Japanse cultuur had en nog altijd heeft op onze Westerse cultuuruitingen.
Van der Zijls grote verdienste is dat zij de levens van al deze mensen door haar schrijfstijl en het uitputtende onderzoek dat zij heeft gedaan werkelijk tot leven weet te wekken. Von Siebold zelf komt er niet al te rooskleurig vanaf, maar zijn oprechte fascinatie voor alles wat Japans was blijft fier overeind. De vele kleurrijke illustraties die zijn opgenomen, maken die fascinatie geheel begrijpelijk.
Sonja de Jong
Annejet van der Zijl – De zwevende wereld, de verbonden levens van Franz von Siebold en Kudumoto Ine. Hollands Diep, ISBN 978 90 488 7492 7, 352 pagina’s, € 26,99, september 2025