Het land van anderen 3 - Neem het vuur mee - Leïla Slimani

De derde generatie groeit op
Mengeling van familiekroniek en geschiedenis van Marokko
In haar trilogie Het land van anderen schetst de Marokkaanse schrijfster Leïla Slimani het leven van drie generaties. Deel 1 was gewijd aan Amine die in de Tweede Wereldoorlog als soldaat voor Frankrijk gelegerd was in de Elzas en daar de Franse Mathilde leerde kennen. Zij volgde hem na het einde van de oorlog naar zijn boerderij in Marokko, die zij samen wisten uit te bouwen tot een welvarend bedrijf. In deel 2 volgde de lezer het leven van Aïcha, een van de kinderen van Mathilde en Amine. Zij studeerde medicijnen en werd gynaecologe, en trouwde met Mehdi, een bankier. Nu ligt deel 3 in de winkel, dat handelt over Mia, hun dochter in wie we in veel opzichten de schrijfster zelf herkennen en over Inès, haar jongere zusje.
Over de auteur
Leïla Slimani (1981) is een veel bekroond schrijfster. Zij groeide op in een Franssprekend gezin in Marokko, haar vader bankier, haar moeder KNO-arts. In 2017 verscheen haar eerste roman, In de tuin van het beest. Haar tweede roman, Een zachte hand (later omgedoopt tot Een perfecte oppas) werd bekroond met de Prix Goncourt, een van de meest prestigieuze prijzen in Frankrijk. In 2020 verscheen het eerste deel van haar trilogie Het land van anderen, getiteld Mathilde. In 2022 volgde deel 2, Kijk ons dansen en het nu verschenen Neem het vuur mee is deel drie. Het werk van Slimani verschijnt in 44 landen.
Persoonlijk
Dit derde en laatste deel van de trilogie is het meest persoonlijke. Dat komt deels natuurlijk omdat Slimani met haar verhaal nu aanbeland is bij wat zij zelf meegemaakt heeft. Maar daarbij speelt ook de vader, Mehdi Daoud, een allesbepalende rol. Vooral het tweede deel van het boek maakt diepe indruk.
We maken kennis met Mia als ze een meisje van zes is en een zusje krijgt, Inès. Stikjaloers is ze de eerste jaren en ze probeert zelfs de baby te verstikken onder dikke pakken dekens en kussens. Maar doordat Inès dwars tegen alles in een onnoemlijke bewondering voor haar grote zus blijft voelen, verzoent Mia zich gaandeweg met haar aanwezigheid.
Huisleraar
We leven met haar mee als ze leert lezen en schrijven en als een huisleraar haar klassiek-Arabisch komt onderwijzen, een taal die zij nooit echt goed onder de knie zal krijgen. Haar middelbareschooltijd is er een zoals die van heel veel pubers: een zoektocht naar haar eigen identiteit. Mia ontdekt haar lesbische gevoelens, wordt afgewezen, herstelt zich van die klap en blinkt ondertussen op school uit in vrijwel alle vakken behalve het klassiek-Arabisch. Na haar schooltijd verhuist ze naar Parijs om daar aan de Hogere Handelsschool te gaan studeren en bankier te worden, net als haar vader.
Veranderend Marokko
Slimani vertelt het met een aanstekelijk enthousiasme met veel oog voor detail. En tussen dat alles door schetst zij ook een beeld van een veranderend Marokko: in de jaren tachtig nog arm (het land lag op de knieën), zichzelf opnieuw uitvindend na jaren van overheersing door de Fransen. Het is de tijd dat de allereerste snelweg van het hele land wordt aangelegd. Van de repressie die heerst, van de overvolle gevangenissen met mannen en vrouwen die zich tegen het regime verzetten, is de kleine Mia zich amper bewust. Het milieu waarin zij opgroeit is welvarend, haar vader Mehdi is bankier en bouwt in enkele jaren tijd de noodlijdende kredietbank waar hij directeur wordt, om tot een succesvol bedrijf.
Zachtjes praten
Wel merkt het meisje dat haar moeder haar dochters niet stimuleert zich tot karakters met een eigen mening te ontwikkelen: ‘Ze leerde hen zachtjes te praten, nooit hun mening te geven, elke vorm van onvoorzichtigheid te haten, want verklikkers van de politie verborgen zich overal en met een vingerknip kon je diep in een kerker verdwijnen waar niemand je ooit terug zou vinden.’
Cynisch genoeg is het uiteindelijk, halverwege de jaren negentig, Mehdi zelf die ondervindt hoe waar dat is. Op basis van anonieme en nooit onderbouwde beschuldigingen van corruptie wordt hij van de ene dag op de andere ontslagen en komt thuis te zitten. Acht jaar lang hangt een rechterlijke dagvaarding als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd om dan in 2002 opeens te vallen. Mehdi belandt in de gevangenis.
Ondergang
Het is dit deel van het boek dat de meeste indruk maakt. In ingehouden bewoordingen verhaalt Slimani over de ondergang van een man die ooit de wereld over reisde om in opdracht van zijn land zaken te doen en die vervolgens door de mensen die hij altijd diende bij het oud vuil gezet werd.
Bij het lezen van het boek valt vooral op hoe sommige dingen heel herkenbaar zijn, ook voor Nederlanders: een oma die de kleren van haar kleinkinderen niet fatsoenlijk vindt, die hun muziek verafschuwt, er zijn geen waarden meer, geen opvoeding, geen respect, maar andere de juist ontzettend ver van ons afstaan (de eeuwige angst om je uit te spreken want iedereen buurman, winkelier of zelfs goede vriend kan zich als verklikker ontpoppen). En het feit dat iedereen, net als Mia en haar zusje, daardoor in twee werelden leeft: ‘Die van thuis
waar haar ouders modern deden, uit op het welslagen en de emancipatie van hun dochters. En de buitenwereld, die gevaarlijk en onbegrijpelijk was.’
Neem het vuur mee geeft daarmee een verhelderend inkijkje in het bestaan van de hogere klasse van Marokko, in de jaren tachtig tot heden. Maar daarnaast is het ook gewoon een heel mooi en ontroerend verhaal over vrouwen die hun plek in de wereld zoeken. Zonder twijfel het mooiste en meest aangrijpende deel van deze trilogie.
Sonja de Jong
Leïla Slimani – Neem het vuur mee. Oorspronkelijk eerder dit jaar verschenen als J’emporterai le feu bij Editions Gallimard. Uit het Frans vertaald door Gertrud Maes. Wereldbibliotheek, ISBN 978 90 284 5395 1, 368 pagina’s, € 24,99, juli 2025
