Geen weg terug - Maartje Terpstra

Kritische vragen over ons asielbeleid
Pleidooi voor medemenselijkheid
Als Geen weg terug van Maartje Terpstra een roman, dus een verzonnen verhaal was, dan zouden recensenten vermoedelijk gezegd hebben: mooi verhaal, maar volkomen ongeloofwaardig. ‘Dit kan niet in ons goed georganiseerde land.’ Maar het is geen roman en alles wat zij beschrijft, is werkelijk zo gebeurd. In haar werk als asieladvocaat raakte Terpstra betrokken bij een asielzoeker die het slachtoffer werd van onverschilligheid, onwetendheid en blinde vooroordelen.
Over de auteur
Maartje Terpstra (1976) is als advocaat gespecialiseerd in het asiel- en vreemdelingenrecht. Ze heeft haar eigen advocatenkantoor. Geen weg terug is haar eerste boek.
Genuanceerd
Nog altijd verkeren veel mensen in ons land in de veronderstelling, hen wijsgemaakt door politici die er alleen maar hun eigen voordeel mee willen doen, dat asielzoekers bij aankomst in ons land gepamperd worden, een huis krijgen en alles wat hun hartje begeert. Voor al die bevooroordeelde mensen zou het goed zijn als zij dit boek lezen. Uitermate genuanceerd neemt Terpstra haar lezers mee in de werkelijkheid van asielzoekers en met name van hen die uitgeprocedeerd zijn, maar door gebrek aan papieren of andere redenen ook niet kunnen vertrekken.
Schrijnend
Ze doet dat aan de hand van het schrijnende verhaal van de Burundese vluchteling Elijah. Na zijn aankomst in Nederland wordt hij gehoord door de Immigratie- en Naturalisatie Dienst (IND) die vervolgens afwijzend beschikt: geen verblijfsvergunning voor hem, hij moet terug naar eigen land. Ook in hoger beroep wordt hij afgewezen. Dat hij eerder wèl officieel als vluchteling erkend is door de UNHCR (het kantoor van de Hoge Commissaris voor Vluchtelingzaken van de Verenigde Naties) omdat door zijn politieke activiteiten zijn leven groot gevaar loopt in dat eigen land, doet voor de ambtenaren van de IND kennelijk niet ter zake. Elijah zal op het vliegtuig terug naar Burundi worden gezet.
Tussen wal en schip
Maar de autoriteiten in dat land weigeren mee te werken aan zijn terugkeer en dus valt Elijah tussen wal en schip: hij mag niet in Nederland blijven, maar kan ook niet weg. Hij sluit zich aan bij een groep uitgeprocedeerde lotgenoten in Amsterdam en zwerft met hen van de Vluchtkerk (een tijdelijk leegstaande kerk) naar de Vluchthaven (een voormalige gevangenis die door de gemeente tijdelijk beschikbaar gesteld wordt) naar de Vluchtgarage (een leegstaande garage). Tot zover is het nog het verhaal dat voor veel meer asielzoekers geldt.
Verliefd
Maar in de opvang ontmoet hij de Nederlandse Imre (een verzonnen naam), die zich inspant voor het lot van de vluchtelingen en zij worden verliefd. Ze gaan samenwonen en krijgen begin 2015 een zoontje, Esra. Roken in huis wil Elijah niet meer vanwege Esra en daarom legt hij een pakje sigaretten en een aansteker in de brievenbus bij de voordeur van de galerijflat waar ze wonen. Zo nu en dan steekt hij buiten voor de flat een sigaret op.
Maar op een avond in februari 2015, Esra is net zes weken oud, staan daar opeens twee politieagenten voor zijn neus. Een omstander heeft Elijah bij de brievenbus gezien en vond dat verdacht. Dat het de brievenbus van zijn eigen huis is, interesseert de agenten niet. Hij wordt geboeid en meegenomen.
In detentie
Wekenlang mag Elijah niet terug naar vrouw en kind. Hij wordt in detentie gehouden en ondertussen wordt een datum bepaald waarop hij alsnog op het vliegtuig naar Burundi gezet zal worden. Zijn Nederlandse vrouw vecht ondertussen als een leeuw voor hem. Zij weet belangrijke mensen met kennis van zaken in te schakelen die zich voor Elijah gaan inzetten. Er ontstaat een Kafkaeske situatie: wat de advocaat, Elijah zelf en de deskundigen ook zeggen, de IND blijft bij zijn besluit en weigert nieuwe bewijzen zelfs maar serieus te nemen. Pas op het allerlaatste moment krijgt Elijah toch een verblijfsvergunning en wordt hij vrijgelaten.
Tweede kind
Eind goed, al goed, zou je hopen. Het stel krijgt een tweede kind, een dochtertje dit keer en lijkt eindelijk in rustiger vaarwater te komen. Dan slaat het noodlot toe: Imre blijkt borstkanker te hebben, behandelingen slaan niet aan en zij overlijdt rond de jaarwisseling van 2022.
Het is haar dood die Terpstra deed besluiten het hele verhaal op papier te zetten. Het leest als een nachtmerrie. Terpstra is buitengewoon genuanceerd. Zij kiest niet klakkeloos partij voor of tegen, maar pleit voor medemenselijkheid en oprechte aandacht. Ze toont aan hoe asielzoekers vermalen worden tussen de raderen van bureaucratie (bij zijn arrestatie voert de politie aan dat Elijah niet ingeschreven staat in de woning waar hij met Imre woont. Maar inschrijving is voor een uitgeprocedeerde asielzoeker helemaal niet mogelijk. En zo verdwijnt hij op allerlei gebieden telkens tussen wal en schip).
Zorgvuldig schetst Terpstra tot in detail de procedures. Soms ronduit saai om te lezen, maar tegelijk ook verbijsterend. Overal zijn regels en wetten voor, maar de mens achter dit alles wordt vaak niet meer gezien. Vooroordelen zijn vaak leidend bij veel ambtenaren, naar argumenten wordt soms amper geluisterd. Je wordt niet vrolijk van wat Terpstra schrijft. Maar je mag hopen dat dit boek iets bijdraagt aan de discussie over asielzoekers, opdat mensen beseffen dat zij behalve asielzoeker ook mens zijn.
Sonja de Jong
Maartje Terpstra – Geen weg terug, Meulenhoff, ISBN 978 90 896 8352 6, 144 pagina’s € 18,99, augustus 2025