In alles ben ik groot. Leven en lezen van Michaël Zeeman - Willem Otterspeer
Het is een bijzondere man, en dat is-ie.
‘51 jaar geworden, maar 100 levens geleefd.’
Met bewondering voor leven en werk van Michaël Zeeman (1958-2009) heb ik de biografie In alles ben ik groot gelezen. Eveneens met bewondering voor dit fascinerende boek van Willem Otterspeer over Zeeman als cultureel monument.
Otterspeer begint de biografie met de paukenslag die hem door Zeemans uitgeverij De Bezige Bij is aangereikt: ‘Michaël Zeeman was (onvoltooid verleden tijd) ‘de grootste en productiefste Nederlandse essayist en cultuurcriticus van zijn generatie.’ Otterspeer kan dat alleen maar bevestigen (en na lezing bevestig je dat ook), net zoals hij direct een soort disclaimer hanteert met de mededeling dat hij met Zeeman bevriend was. Maar hij wilde niet de vriend zijn ‘die hem naar de mond praatte, maar die hem begreep, van afstand maar met warmte’. Maar hij noemt hem ook: ‘… de fascinerendste man die ik gekend heb’. Daarbij kon hij het uitgebreide archief van Zeeman raadplegen en veel mensen om Zeeman heen raadplegen, die hij anoniem opvoert.
Grandeur en misère
Otterspeer begint met het opsommen van (bijna) alle facetten van Zeeman. Zijn belezenheid, zijn boekenliefde, zijn oordelen zijn grandeur en misère. Dat maakt nieuwsgierig. Nee, niet alleen naar de precieze toedracht van ‘het drama’, kort gezegd de verdenking van het stelen van veel boeken uit een boekhandel in Leeuwarden, waar Zeeman in 1986 een stageplek vervulde. Gelukkig maakt Otterspeer het drama in aantal bladzijden kort en concludeert: ‘We weten het niet. Hij heeft het niet gedaan. Maar hij heeft het ook niet niet gedaan.’ Spoiler: Geen veroordeling. Het maakt wel nieuwsgierig naar Zeeman als fascinerende figuur.
Griezelige belezenheid
Michaël Zeeman was dichter en schrijver, journalist en tv-maker. Geboren op Marken, waar zijn vader dominee was, die hij bewonderde en wiens levensstijl hij in zijn jeugd min of meer imiteerde. De verhouding tot zijn moeder noemt Otterspeer ‘vervult van haat.’ Vanuit zijn streng christelijke opvoeding is misschien zijn enorme journalistieke werklust te begrijpen, zijn griezelige belezenheid, zijn ‘heilig moeten’. Vanaf zijn tiende ontluikt zijn liefde voor boeken. ‘Ik heb mij ingebouwd in boeken.’ De foto’s in dit boek getuigen daarvan. Filosoof was Michaël al op zijn zestiende. Op school begint al de drang om te verdrinken in de literatuur en de filosofie.
‘Hij stond altijd aan’
Vanaf 1976 komen ook de meisjes en vrouwen in zijn leven en zij blijven een leven lang een zeer belangrijke rol spelen. Je vraagt je wel eens platvloers af, waar hij de tijd vandaan haalde. ‘Hij stond altijd aan.’ Hij kende geen mislukte relaties, alleen eindige. Geen nut heeft het in een bespreking alle relationele aspecten met vrouwen te recenseren. Otterspeer doet dat wel. Naast zijn huwelijk met E. (gescheiden) en met Annemie Vanackere, noemt hij Zeemans vele uitstapjes in de liefde. Die laatste leveren wel informatie op maar weinig begrip.
Hinein interpretieren
De rollen die Zeeman in het Nederlandse culturele boeken- en televisielandschap speelde, komen bij Otterspeer allemaal aan bod, evenals diens verhuizingen (naar Italië, vanwege ‘het theatrale van de cultuur’, Rome!), zijn reizen, enzovoort. Otterspeer wijdt een heel hoofdstuk aan het biografische in Zeemans verhalen. Daarin kan hij hinein interpretieren omdat hij zo goed op de hoogte is van veel feiten. Hij pareert andermans kritiek op de verhalen en complimenteert de positieve reacties. Maar hij verdedigt het tv-programma Zeeman met boeken, dat door anderen omschreven is als een ‘café waar karaktermoorden gepleegd werden, oude rekeningen vereffend werden, een ‘literair bloedbad’ werd aangericht. Een martelkuil. De botsingen ontstonden omdat Zeeman tegelijk gespreksleider en deelnemer aan de discussie was.
Schelm en psychoanaliticus
In hoofdstuk 31 getiteld ‘De schelm’ (ook hoofdstuk 2 draagt die titel) tovert Willem Otterspeer je een Michaël Zeeman voor ogen die in een klassiek toneelstuk de hoofdpersoon zou kunnen zijn. Een vriendelijk beeld schetst hij, ironisch, grappig, kritisch, sluw, eigengereid, rijk, baldadig, fascinerend, licht bedrieglijk, een hoofdstuk dat eindigt met Otterspeers conclusie: ‘Zo’n schelm was Michaël Zeeman. Zijn probleem was niet het te weinig, maar het teveel.’
De typering ’schelm’ is na lezing van de rijk beladen biografie van 334 bladzijden een te krappe benoeming van de gecompliceerde, veelkantige alleskunner. In dat hoofdstuk en in het volgende (over de vriendschappen) is de biograaf bijna psychoanaliticus. Dat kan hij, want hij staat zeer dicht bij het onderwerp.
Euthanasieverklaring
Dat te veel geldt ook enigszins voor de grote en soms intieme informatie over Zeeman. Want Otterspeer wil niets en niemand uitsluiten in leven en werken van deze alleskunner, zeker niet de mensen die een rol in diens leven hebben gespeeld: ouders, boekhandelaren, politie, collega’s in de journalistiek, minnaressen, verliefdheden (Magdalena) en echtgenote E., van wie hij gescheiden is. Op 3 juli 2009 trouwt hij met Annemie Vanackere, doodziek als hij dan al is. Otterspeer: ‘Zijn euthanasieverklaring is het ontroerendste document dat ik aantrof.’ Michaël Zeeman overlijdt op 27 juli 2009.
Meesterwerk
Hoe moeilijk is het dat gecompliceerde bestaan van Michaël Zeeman in woorden te vatten. Daarin is Willem Otterspeer geslaagd. Zijn soms gecompliceerde omschrijvingen komen wat mij betreft aan. Hij noemt ergens zijn biografie ‘klein’. Ik noem het een meesterwerk.
Dick de Scally
Over de auteur:
Willem Otterspeer (1950) is historicus en biograaf. De lijst met biografische werken en historische werken is indrukwekkend. Hij schreef o.a. een biografie in twee delen over Willem Frederik Hermans.
Willem Otterspeer – In alles ben ik groot. Leven en lezen van Michaël Zeeman. Uitgeverij Prometheus, ISBN 978 90 446 5948 1, gebonden, 334 pagina’s, € 37,50, september 2025
