O, Caledonia - Elspeth Barker

De bijna terloopse dood van een zestienjarig meisje
Drank, liefdesverdriet en een domme, nare man
De heldin van het boek, de zestienjarige Janet, wordt al meteen op de eerste bladzij van het boek onderaan een monumentale trap dood aangetroffen. Vermoord. Maar wie nu verwacht dat een thriller volgt, met een intensieve zoektocht naar de dader en zijn motieven, komt bedrogen uit. Op bladzijde twee wordt de dode begraven, niet in het familiegraf dat ook voor haar ouders bestemd is, maar ergens op een afgelegen hoekje van een dorpskerkhof. Want, vinden haar ouders, ze had hun leven al genoeg vergald, laat haar nu niet ook hun dood vergallen. En daarmee is voldoende aandacht aan dit tragische sterfgeval besteed en krijgt de roman O, Caledonia een heel andere toon. In een verhaal dat het midden houdt tussen melancholiek, ironisch en liefdevol wordt het leven van de vermoorde Janet verteld.
Over de auteur
Elspeth Barker (1941-2022) was een Schotse journaliste en docent Latijn. O, Caledonia is haar enige boek en werd bij verschijnen in 1991 meteen bekroond met diverse literaire prijzen. Het boek is in hoge mate gebaseerd op Barkers eigen leven.
Eigen leven
Slechts één boek schreef Elspeth Barker en het is voor een groot deel het verhaal van haar eigen leven. Al sterft haar heldin al op 16-jarige leeftijd, terwijl Barker zelf 81 werd. Die heldin, Janet, is het oudste kind van Hector en Vera. Ze groeit begin jaren veertig, samen met haar ouders en een strenge Nanny, op in de pastorie van haar opa en oma, vochtig, donker en ongerieflijk, maar een bron van intens speelgenot voor de kleine Janet. Opa houdt in de galmende kerk preken vol beloften op een stralend leven na de dood, oma, Ningning genoemd door het kleine meisje, leest haar voor en knuffelt haar.
Broertje
Veertien maanden na haar geboorte wordt een broertje geboren, daarna volgen in hoog tempo nog drie zusjes. Dan is de oorlog afgelopen, overlijdt Ningning en verhuist het gezin, naar een gigantisch, doolhofachtig huis met de naam Achnasaugh in de buurt van de Schotse kust, de erfenis van een oom van vader Hector.
Janet ontwikkelt zich ondertussen tot een buitengewoon intelligent, fantasievol en leergierig meisje. Al op heel jonge leeftijd kent ze geen groter plezier dan nieuwe woorden ontdekken en toepassen in haar dagelijks taalgebruik. Liefst Latijnse of Griekse woorden. Met haar broertje, al evenzeer een eigen karakter met zijn terrarium en zijn cactusverzameling, kan ze goed opschieten, maar bij haar zusjes, alle drie veel mooier dan zij, voelt ze weinig aansluiting.
Natuur
Het liefst dwaalt ze eindeloos rond in de wijde natuur, bestudeert dieren en planten. Alles waar de rest van het gezin van houdt (jagen, konijnenstoofpot eten, sport en uiterlijk vertoon) verafschuwt zij, alles waar zij van houdt (gedichten lezen, Latijn en Grieks leren, met dieren praten) stuit regelmatig op onbegrip bij haar familie.
Kostschool
Als zij twaalf is, wordt zij, zoals elk Engels meisje van goede komaf destijds, naar kostschool gestuurd en ook daar vindt zij geen aansluiting bij de meisjes die over niets anders willen praten dan make-up, jongens en andere onbenulligheden. En terwijl Janet thuis in haar eigen omgeving nog eenzaam, maar wel gelukkig was, wordt zij op school eenzaam en behoorlijk óngelukkig. ‘Het leek haar aan een of ander essentieel soort meisjesachtigheid te ontbreken.’ Een van de weinige wezens die haar eenzaamheid doorbreken is een kauwtje met een scheve snavel dat zij, nadat het uit het nest gegooid is, van een wisse dood gered heeft. Als ze thuis is, volgt hij haar bij alles wat zij doet.
Verliefd
Als zij kort voor haar eindexamen halsoverkop verliefd wordt op een jongen die de regionale voordrachtwedstrijd klassieke verzen wint, een liefde die slechts van één kant komt, vindt ze daar weinig begrip voor bij haar ouders. Als die een foto van de betreffende jongeman vinden, moet zij voor straf thuisblijven als zij met de andere kinderen een uitje gaan maken.
En daar en dan vindt de moord plaats, door een noodlottige opeenvolging van gebeurtenissen. Ook dit keer wordt het bijna terloops verteld, alsof het een onbelangrijk detail in haar leven is. Alleen het kauwtje lijkt om haar dood te treuren. ‘Tenslotte, ontroostbaar, vloog hij zich als een kamikazepilootje tegen de dikke muren van Achnasaugh te pletter. Janets zusjes vonden hem, een hoopje zompige veren in een plas, en begroeven hem. Ze vergaten bittere tranen om hem, maar ook om Janet, nu wel, al waren ze wijs genoeg om dat niet hardop te zeggen.’
Niet droevig
Zo samengevat lijkt O, Caledonia (Caledonia was de naam die de oude Romeinen gaven aan Schotland – SdJ) een droevig boek. Maar dat is het allerminst. Barker vertelt het verhaal met oneindig veel gevoel voor detail, maar ook met de nodige ironie en relativering. Uit ieder woord van haar spreekt haar immense liefde voor het ruige Schotse landschap, voor de dieren die Janet om zich heen ziet en liefheeft en voor de zegenrijke troost van boeken. Maar tegelijkertijd is er ook een flinke dosis relativeringsvermogen. Elk woord van Barker is welgekozen, zeldzaam trefzeker weet zij het evenwicht tussen enerzijds de gecompliceerde gevoelens van de opgroeiende Janet en anderzijds de ironie waarmee zij als schrijfster, ouder en wijzer, tegen die diepe gevoelens aankijkt, te handhaven.
Karakters
Bovendien is Barker een meester in het tot leven wekken van eigenzinnige karakters. In de eerste plaats natuurlijk Janet zelf. Maar ook Lila, de aangetrouwde nicht die volgens het testament in een vleugel van het huis in Schotland mag blijven wonen, is een vrouw die je niet snel vergeet. De hele dag nipt zij aan haar whiskyflesje en koestert haar valse, mottige kat Mouflon die zijn dagen doorbrengt op de dikke stapel bontjassen die Lila ooit uit Rusland mee naar Engeland gebracht heeft en die inmiddels een uur in de wind stinken. En dan is er nog moeder Vera. Ze houdt oprecht van Janet, maar ze zou zo ontzettend graag willen dat het meisje wat meer belangstelling voor meisjesdingen had, dat ze samen moeder-dochterdingetjes konden doen.
O, Caledonia is daarmee een klein pareltje. Fijn dat het boek nu eindelijk in het Nederlands vertaald is. En complimenten voor vertaalster Lisette Graswinckel die het sprankelende Engels van Elspeth Barker in even sprankelend Nederlands heeft weten omzetten.
Sonja de Jong
Elspeth Barker – O, Caledonia. Oorspronkelijk gepubliceerd in 1991 als O, Caledonia bij Hamish Hamilton Ltd., Londen. Orlando Moderne Klassiekers, ISBN 978 90 834 8940 7, 222 pagina’s, € 24,99, mei 2025
