Serie Q 11 - Dode zielen zingen niet - Jussi Adler Olsen met Stine Bolther en Line Holm

Carl Mørck brengt na drie jaar een zaak aan bij afdeling Q over bedreiging en moord op de dirigent, die ook CEO is van een privékliniek
Bureau Q doet alles om de zaak op te lossen, vooral Assad en hun nieuwe Franse collega Helena Henry – het elfde deel blijkt een perfecte samenwerking tussen de auteurs
Na het laatste, tiende Q deel Eén raam, geen sleutel vragen velen zich af of hiermee het einde komt aan de Q-reeks die 17 jaar heeft geduurd, maar Jussi heeft ons nu verrast met een elfde deel. Samen met schrijfster Stine Bolther en Line Holm. Dus zien we gelukkig weer een nieuw avontuur met Carl Mørck en zijn vroegere kompanen Assad en Rose, nu versterkt met de Française Helena Henry.
Over de auteur
Jussi Adler Olsen (Kopenhagen, 1950) is een Deense thrillerschrijver en een van de succesvolste, meest verkochte Scandinavische crime-auteurs. In 1984 publiceerde hij zijn eerste boek, geen thriller, maar een (nooit in het Nederlands vertaald) werk over de komiek Groucho Marx. Pas in 1997 schreef hij zijn eerste thriller, Het Alfabethuis. Nog twee thrillers volgden, waarna Adler Olsen zich vanaf 2007 geheel op zijn Serie Q gooide. Dit zijn tien los van elkaar te lezen thrillers die alle om de wat norse, maar haarscherpe inspecteur Carl Mørck draaien. Van de serie Q zijn alleen al in Nederland meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Zijn boek De vrouw in de kooi is nu door Netflix verfilmd als Dep. Q.
Stine Bolther (1976) en Line Holm (1975) vormen een Deens schrijversduo. Eerder publiceerden zij drie enthousiast ontvangen thrillers die in heel Europa zijn verfilmd.
De wraak is zoet
Er loopt een paar zaken door elkaar heen. De tienjarige Jakob Solvig wordt in november 1989 in de kou naakt aan een boom vastgebonden door leeftijdgenootjes van het jongenskoor. Mads-Peter Vang en Tommy Eckert, Kaare Berg en Konrad Horsten (de laatste twee dertien jaar) dwingen hem in het ijskoude water te springen, ook al kan hij niet zwemmen. In het water wordt met stenen op zijn hoofd gegooid. Vermoedelijk heeft zijn laatste uur geslagen. Als hij de warmte opzoekt wordt hij buiten naakt op het balkon gezet en een fles met warm water blijkt citroenzuur te bevatten. Zijn slokdarm verkrampt, het brandende gevoel verandert in de smaak van bloed, zijn talentvolle sopraanstem is naar de vaantjes.
Er wordt een explosief gelegd in de trawler Maren II. Het schip explodeert en vier bemanningsleden komen om. Mads-Peter is zojuist teruggekeerd en heeft het overleefd. Zijn vrouw Ane heeft als hij er niet is een verhouding met de machinist Anders. Zou hij ook bij de doden zijn? Naast de schipper, de hofmeester en de leerling, die allemaal dood zijn? De Maren I was drie jaar geleden verbrand, nagenoeg hun faillissement. Dankzij de verzekering hebben ze het gered, maar nu is het nieuwe schip, hun levensbasis als lening bij de bank, de lucht in gevlogen.
Tommy Eckert is terecht gekomen bij het parlement. Hij was kort minister. Na een drankprobleem mag hij na tien jaar weer parlementariër worden. Al staat zijn fractieleider niet te popelen, maar Tommy zal niet de tweede keer een fout maken. Het beeld van een jonge vrouw die over de geactiveerde airbag ligt en vanuit een snee in haar slaap bloedt, staat hem nog vers voor de ogen. Ze heeft hem de afgelopen tien jaar elke dag aangestaard.
Nieuwe klus
Carl heeft drie jaar geleden afscheid genomen van Q nadat hij onterecht is beschuldigd van de spijkerbroekmoord. Niettemin wordt hij door Gry, een vrouw in een groene jurk, bij een signeersessie gewezen op een oude zaak uit 2019. Ze laat een bandopname horen van ‘een nieuwe alarmmelding’. Een ziekelijke vrouw neuriet een melodie en een man roept om hulp. Totdat een andere man zegt dat de twee hun kop moeten houden. De dementerende vrouw is Jette Horsten, en haar man Ole Horsten, een zojuist ontslagen bestuursvoorzitter van kliniek Charis (tevens dirigent van het jongenskoor). Door behandeling van liposuctie bij Charis is Marianne Pil Clausen dood gevonden. Vier dagen later, donderdag 14 november 2019, ligt het dode lichaam van Ole Horsten bij de Furesø in Noord-Seeland. Verondersteld is zelfmoord. Horsten heeft zich opgehangen aan een bootkraan. ‘Een zogenoemde moord-zelfdoding,’ gromt Carl. Maar het is meer dan dat, zegt Gry, ‘want er is een derde persoon in het huis geweest.’ Carl legt de zaak voor aan zijn oud-collega’s. Assad en Helena ondervragen de demente Jette, die nog leeft, in het verzorgingshuis. Als ze het uitgilt, komt haar zoon Konrad binnen, die ze sommeert direct met het verhoor te stoppen. ‘Laat mijn moeder los, mens! Wat is hier in godsnaam aan de hand?’
Oppakken
De moordenaar is niet ontevreden. Vang is bankroet na de tweede scheepsramp. Met Tommy Eckert is hij goed op weg naar de ondergang. Zijn koorgenoot Kaare Berg heeft iets meer vernuft nodig. En over koorleider Konrad Horsten (opvolger van zijn vader) ligt alle noodzakelijke informatie over hem thuis. Nog drie levens om te verwoesten. Zeker nu de krant hem niet de positie van muziekredacteur wil geven. Al heeft Laila hem op de redactie benaderd om samen naar kasteel Kronborg te gaan voor een voorstelling van het Laurenti Jongenskoor. De mogelijkheid waarop hij lang heeft gewacht.
Konrad Horsten heeft de telefoon van zijn vader aan Rose gegeven. Daarop staat dat hij naar Asserbo is gegaan. Daar is een boerderijtje dat Lise en Asger Ritter hebben nagelaten aan de Australische man Damien Ritter, die in de gevangenis zit voor vier gewapende overvallen. Ze zien dat in het huisje iemand heeft verbleven. En vlak erachter een oude caravan. Samen met Helena wil Assad naar binnengaan, pakt de deur beet en de explosie doet hem achterovervallen in een mix van steentjes en aarde. Helena ligt op haar buik en kijkt als lamgeslagen voor zich uit. Ze bloedt uit een snee onder haar oog en maakt een jammerend geluid: ‘Sjuu-sjuu, sjuu-sjuu.’ Alleen dit geluid, deze hartverscheurende ’Sjuu-sjuu!!’
Onderzoek wijst uit dat zowel voor de caravan als voor de ontploffing van de trawler hetzelfde explosief gebruikt is: C-4. Welk motief voor beide geldt, is onbekend.
Als Rose zegt tegen hoofd Moordzaken Terje Ploug dat ze haar twijfels heeft over haar nieuwe collega Helena Henry-Tessier (ze heeft een kleurige contactlens van haar gevonden en weet niet dat haar vader hoofdcommissaris was in Lyon) neemt hij haar mee naar de twee analisten die de boekhouding van banketzaak TaTo en de moord op eigenares Marje Bakker doornemen. Ze maakt facturen voor bijvoorbeeld 100 flessen dessertwijn of 100 speciaal gedrukte T-shirts, diensten die nooit zijn afgenomen, maar de rekeningen zijn eerst betaald per bank en dan vergoed in contanten. Dat moet voor de eigenares een probleem zijn geworden. Ze heeft slechts één accountant. Tijd om hem, Knud Nilsen, op te zoeken in zijn vrijstaande huis bij Hvidovre Strandpark. Ze vinden hem (al een tijdje) dood. Zijn hond heeft een stukje van zijn oor opgegeten. Toen Rose daar is gebeld, moet ze overgeven in de heg van de accountant.
Explosie
De eigenaar van Charis, Kaare Berg, hoopt dat Charis niet meer negatief in het nieuws komt. Maar de nieuwe patiënt, Lynette Thykier wordt dood gevonden na gebruik van haar eerste afslankmiddel. Vermoedelijk heeft een moordenaar er fentanyl in verwerkt, meent forensisch arts Anne Hanson na onderzoek van het lichaam. Zij denkt dat de fout ligt aan Charis. Per, de man van Lynette is ontroostbaar. Helena en Assad volgen de zaak, ze moeten nog vier patiënten van Charis spreken. Een redacteur van de krant zegt dat hij een tip heeft gekregen over de zaak. Als de fotograaf hem 5000 kroon betaalt op Mobile Pay, vertelt hij meer over de slordigheid van Charis’ topman Kaare Berg. Zo zal hij nooit meer aan werk komen… Berg is inmiddels dood gevonden, vermoedelijk toegebracht door een klap met een ploertendoder. Bij Q breekt er alarm uit omdat er in kasteel Kronborg een aanslag wordt verwacht op dirigent Konrad Horten op het superieure moment dat hij zijn eerste concert als dirigent van het jongenskoor van de Laurenti Skole viert. Precies op dat moment wordt iedereen gevraagd om het kasteel te verlaten, omdat er een aanslag op de dirigent kan plaats vinden. Kasteelopzichter Ebbe Henriksen brengt hen het in het kasteel achtergelaten doosje met de dirigentenstok van zijn vader Ole. Rose sommeert Konrad het doosje neer te leggen. Ze vermoedt gevaar en houdt niet van vreemde toevalligheden. Inmiddels heeft iemand al afgerekend met Kaare Berg en sommeert de moordenaar Tommy Eckert om vijf miljoen kroon te betalen omdat hij tien jaar geleden zijn geliefde Mira Dam in de steek heeft gelaten bij een auto-ongeluk. En daar zijn beelden van.
Geruisloos
Hoe dat afloopt moet de lezer zelf ontdekken in de apotheose van het spannende boek, dat zeker niet minder is dan de tien voorgaande delen. De samenwerking van Jussi Adler-Olsen met Stine Bolther en Line Holm merk je nauwelijks omdat je geen verschil merkt met deel 1 tot en met 10 en dit nieuwe, elfde deel. Compliment aan de auteurs.
Jussi Adler Olsen – Serie Q 11 – Dode zielen zingen niet (oorspronkelijk verschenen als el: Døde sjælle synker ikke bij Politikens Forlag), vertaald uit het Deens door Kor de Vries, 485 pagina’s, ISBN 978 90 446 5924 5, uitgeverij Prometheus, € 24,99, juli 2025
